Morele Vernietiging
Rafael Lemkin schreef ooit dat er meerdere soorten van genocide zijn. De uitgedunde definitie die de Verenigde Naties tegenwoordig gebruiken is niet meer dan het vermijden van de consequenties voor de destijds machtige landen binnen onze aardkloot (als ik het er erg duidelijk bovenop moet leggen: de Verenigde Staten, de voormalige Sovjet Unie en de Europese koloniale machten).
Ikzelf ga liever uit van Lemkin’s definitie van genocide die toch wat groter is dan de gebruikte vorm. Eén van de soorten genocide die hij noemt is de zogenaamde ‘morele genocide’ waarin een volk gedreven wordt tot zelfvernietiging door een intoxicatie van drank, drugs, seks en met andere woorden een ongecontroleerde decadentie en intellectueel verval. Geeft een volk genoeg drank, pornografie en goktenten en het drijft zichzelf tot vernietiging. Dit was één van de methodes die de Nazi’s gebruikten tegen de Poolse populatie. Een soort gelijke ontwikkeling zien we in veel kapitalistische ontwikkelingslanden zoals het land waar ik nu verblijf, Peru. Hoewel hier de aanval niet zozeer gericht is op een specifieke etnische groep, is deze gericht op gehele lagen binnen de samenleving. Ontneem het volk toegang tot “objectieve” informatie en creativiteit en geef het in plaats daarvan drank en plaatjes van half naakte dames en het resultaat wordt duidelijk. Men staart apathisch naar de televisie om de bilspleet van de danseres te bekijken. Af en toe mogen deze mensen naar buiten om nog meer te drinken en te dansen terwijl ze weer naar de bilspleet van een jonge dame staren.
Vat dit niet verkeerd op, dit beeld is niet een motivatie voor een soort Christelijk conservatisme waarin dit niet meer mag. Het probleem is dat het volk systematisch apathisch en dom gehouden wordt. Introduceer boeken, kunst en andere creatieve uitdagingen en er zal een verandering ontstaan in de mentaliteit. Wat landen als Peru nodig hebben zijn goed geschoolde en kundige mensen (technocraten) die het land verder omhoog kunnen brengen. Af van het kapitalistische model dat iedereen dom probeert te houden om zo de winst voor de lokale en internationale elite te vergroten en zeker geen terugkeer naar het militaire tijdperk waarin de economie de grond in wordt geboord omdat iedereen met de nodige kennis weg is. Ja, de sociaaleconomische veranderingen zijn nodig, maar toch moet de economie aan de gang blijven. Als we kijken naar de geschiedenis, dan zien we dat Japan een lokale supermacht is geworden doordat het zijn mensen naar Europa en de Verenigde Staten stuurde om daar opgeleid te worden. Uiteindelijk heeft Japan deze ‘Westerse kennis’ tegen de Geallieerden gebruikt…
Wat men dus nodig heeft is kennis en technologie. Kennis en technologie stelt ons in staat onafhankelijk te worden van zij die deze dingen al hebben. Landen zoals Bolivia moeten onderhandelen met buitenlandse bedrijven en organisaties voor de winning van haar grondstoffen omdat zij de kennis en technologie hiervoor niet beschikken (kapitaal is een ander probleem waar ook naar gekeken moet worden). Als de zogenaamde Derde Wereld zelf de nodige kennis en technologie in handen hebben zal de machtspositie van de ontwikkelde landen wat betreft dit verdwijnen.
Dit is de reden waarom de populatie van deze landen altijd de werkelijke ‘vijand’ zijn geweest van de supermachten en niet zozeer de andere supermachten. De Sovjet Unie en de Verenigde Staten voerden primair een strijd tegen de bevolking van de ontwikkelingslanden om zo hun grondstofvoorraden te garanderen. Hoewel deze twee politieke blokken geen bondgenoten waren, waren het zeker geen directe vijanden, hoogstens rivalen.
De lokale populatie moet dus dom gehouden worden en de methode van ‘morele genocide’ (of misschien kan dit beter “morele vernietiging” genoemd worden omdat het zich niet richt op een specifieke etnische groep) past hier perfect in. Leidt het af door het te vergiftigen met drank, gokhallen en pornografie en de intellectuele ontwikkeling (en dus potentiële onafhankelijkheid wat betreft kennis en technologie) wordt stilgehouden. Zodra je de kinderen van de bevolking introduceert met boeken, goed onderwijs en creatieve/intellectuele uitdagingen zal dit systeem ineenstorten als een huis van kaarten met scheuren erin. Wil men deze landen werkelijk helpen, dan zal men moeten werken aan het intellectuele kapitaal van de lokale populatie. Als men van jongs af aan al goed onderwijs krijgt en kennis opdoet, zal dit in de latere jaren doorgaan. Wat we in Peru echter zien is dat dit niet gebeurd, de morele vernietiging en het slechte onderwijs (universiteiten die het niveau hebben van een VMBO zijn niet zeldzaam) dat jarenlang systematisch is doorgevoerd hebben hier wel voor gezorgd.
Betekent dit dat er een revolutie nodig is? Sommigen zullen zeggen van wel, anderen zullen terughoudender zijn met het gebruik van dit soort termen. Een nieuwe burgeroorlog is niet iets waar men hier op wacht en de ‘representatieve democratie’ die er is, is niet meer dan het stemmen op de ‘minst erge’ (lo mejor de lo peor) kandidaat. De radicale verandering (als je die een revolutie wilt noemen) moet dus van onderaf komen, niet specifiek in de vorm dat het volk een coup d’etat pleegt, maar dat het zichzelf emancipeert (ga ik weer hoor!) door zichzelf intellectueel te ontwikkelen.
Wat we dus nodig hebben is kennis. Introduceer kinderen boeken, verbeter het onderwijs en daag het volk op een creatieve en intellectuele manier uit.